RIZA - RIZA

Zowel de band als de plaat kregen de naam “Ta Riza”, wat je, met wat goede wil, kunt vertalen als “wortels”. De band, dat is in casu een trio: zanger Themistoklis Karpodinis, pianist Costinho en bassist Petros Lamprides en de plaat, dat zijn negen traditionele Griekse liederen, die meestal afkomstig zijn van de eilanden, die we ons bij de notie “Griekenland” kunnen voorstellen. Het is algemeen bekend dat eilanden heel eigen muziek- en zangvormen ontwikkelen en dat het trio deze liederenschat aanpakt er er een hedendaagse en allerminst Grieks aandoende hertaling van brengt, is op zich merkwaardig, maar net die aanpak maakte ons bijzonder nieuwsgierig. We verwachten immers allemaal bouzoukiklanken, als we “Griekse folk” horen, maar die krijgen we hier dus allerminst, integendeel: de songs worden in een compleet nieuw jasje gestoken, dat je veeleer met ECM zou associëren of in de hedendaagse Mediterrane jazz, waarbij het samenspel van piano en stem bij momenten voor hoogst verrassende momenten en voor intense schoonheid zorgen.

Dat begint al van bij de eerste seconden van opener “Bratsera”, dat aftrapt met een soort field recording van scheeps- en radiogeluiden die zowat de hele song doorgaan, waarna pas na anderhalve minuut de eigenlijke song volgt. Die heet nu dus “Bratsera”, naar een type van tweemaster dat in het Italiaans als “bracciera (=lichter) klinkt. Het lied is van het eiland Leros afkomstig en was in de late veertiger jaren van vorige eeuw erg populair. De herwerking zet meteen de toon voor de hele plaat: dit is een heuse her-interpretatie en vertaling naar vandaag, maar met heel veel respect voor het origineel. “Aitios” (=“schuldige”) had zijn oorsprong in Lesbos en werd al in het midden van de negentiende eeuw gezongen, maar ook later nog overgenomen door vluchtelingen uit Klein-Azië, zodat het beetje bij beetje een soort lijflied der vluchtelingen werd.

Van het eiland Skyros zou “Nichta ores dekatreis (“ nacht, dertien uren”) afkomstig zijn, een heel lang nummer, dat hier ingeleid wordt door een citaat uit “To Theio Traghi”, een klassieke volksroman van Yiannis Skarimbas. De opbouw en orkestratie van dit lied zijn heel bijzonder, jazzy, minimalistisch en perfect passend bij het desolate karakter dat de tekst uitstraalt: dit zijn eenzaamheid en vertwijfeling, die muzikaal vormgegeven worden. De afwisseling, die nadien geboden wordt met het instrumentale “Xyka” (“hout”) is zeer welgekomen en zorgt voor enige verlichting: dit dansdeuntje, waarvan de oorsprong niet meteen duidelijk is -het kan net zo goed Koerdisch of Turks zijn- gaat in Griekenland al minstens ruim een eeuw mee en het vormt hier de perfecte brug naar wat -volgens mij althans- het absolute hoogtepunt is vn de plaat. Ik heb het dan over “Kotsatos ’44” een traditioneel dansnummer uit Lesbos, dat schitterend gezongen wordt en van de mooiste begeleiding voorzien wordt:piano en bas leveren echt beiden prachtwerk af en ik mocht bij herhaling ervaren dat dit lied erg moeilijk uit je hoofd te halen is, eens het er zich een plaatsje verworven heeft. “Sabbato Bradi” (=zaterdagavond) is op de elpeeversie de opener van de tweede kant en vormt een erg interessante luisteroefening: er wordt gespeeld met accentverschuivingen, binnenrijmen en herhalingen, die maken dat je niet eens Grieks hoeft te begrijpen om toch de dramatische ontwikkeling van het verhaal te kunnen volgen.

Eeuwenoud is “Astropalia, van oorsprong Turks en “Turna” getiteld en ook hier is het weer de rollende pianobegeleiding, die wat mij betreft, de show steelt, al geldt dat ook voor het daaropvolgende wiegenliedje “Nanurisma”. Afsluiter “Aroma” was van oorsprong een instrumentaal nummer, dat pas sinds enkele decennia een tekst meekreeg. over eeuwige liefde en hier een heel speciale inkleding krijgt, die niet meteen erg toegankelijk klinkt, al leer je met elke beluistering bij en herken je op de duur zelfs flarden uit het tekstdeel uit “Eros-Iros” van Papadiamantis dat in het slotgedeelte door de pianoklanken heen gereciteerd wordt. Dat lied vormt het bijna theatrale einden van een heel bijzondere plaat, die heel erg op je verbeelding inwerkt. De muziek wekt een stroom van beelden op en, al versta je de verhalen lang niet altijd, je verbeelding wordt geprikkeld en je maakt je eigen film bij deze soundtrack-die-er-eigenlijk-geen-is.
Bijzonder mooie plaat, zij het niet meteen voor ongeoefende oren!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

video